Gevangen in je eigen beleefdheid?
Herken je dat, dat je in sommige gesprekken klem zit tussen eerlijk zeggen wat je denkt en zeggen wat beleefd is?
Neem nou Sjaak. Hij werkt als verkoopmedewerker bij een dierentuin. Die dierentuin verkoopt, zoals vaak gebruikelijk is, ook allerlei artikelen om zo extra inkomsten te genereren die helpen de dierentuin in stand te houden.
Sjaak neemt deel aan een vergadering waarin zijn direct leidinggevende zegt dat hij opdracht van de directeur heeft gekregen om de medewerkers te vertellen dat zij meer ‘merchandise’ in de winkel van de dierentuin moeten verkopen. Het wordt een monoloog van 2 uur waar hij en zijn collega’s naar moeten luisteren. Al luisterend wordt hij bozer en bozer en hij kan uiteindelijk wel ploffen. Hij besluit niets ze zeggen. Hij voelt zich machteloos en overvallen, zegt hij als ik naar zijn gevoelens vraag. Ik vraag vervolgens wat zijn behoeften waren. Hoe had hij het anders willen hebben? Hij denkt na en zegt: “Ik wilde gehoord worden, inspraak hebben, meedenken en samenwerking.” Door de monoloog en de mededeling dat ‘de directeur dit wilde’ had hij het idee dat er geen enkele ruimte was voor inbreng en dat ze dus iets opgelegd kregen. En dan dat eenzijdige zenden 2 uur lang ook nog. Dat was wel helemaal de limit!
Maar was hij nu echt machteloos?
Tja, het klinkt allemaal begrijpelijk. Maar was hij nu echt machteloos? Misschien is het wel net zo waar dat hij door niets te zeggen een monoloog mede liet ontstaan? Had hij niet iets kunnen zeggen op het moment dat hij merkte dat het hem dwars zat? “Nee,” zegt hij, “ik wilde mijn leidinggevende niet onderbreken. Dat zou onbeleefd zijn geweest.” Ik vraag hem vervolgens of naar iemand luisteren terwijl je zo boos bent dat je wellicht de helft niet meer hoort wel beleefd is? Heel kort zie ik een vraagteken op zijn gezicht en vervolgens zegt hij: “Nee, natuurlijk niet!” “Dus, wat houd je dan tegen om het te zeggen?” vraag ik. Weer denkt hij na. “Nou, een combinatie van mijn boosheid en weten dat als ik dan wat ga zeggen de woorden een conflict veroorzaken.”
Maar was dat conflict er dan niet al?
Naar mijn idee ontstond zijn innerlijke conflict toen hij dacht dat hem iets werd aangedaan en hij niet kon of mocht spreken. Daarbij belemmerde het idee dat dit onbeleefd zou zijn hem enorm. Ik vraag hem daarom: “Als je nu terugdenkt aan die situatie en merkt dat je deze gedachten hebt, wie is dan verantwoordelijk voor de boosheid die in jou ontstaat?” “Ikzelf!” zegt hij. Precies, hij was gevangen geraakt in zijn eigen gedachten en zijn eigen idee van beleefdheid en dit maakte hem boos en weerhield hem er van te spreken op een moment dat dit eigenlijk toch wel echt nodig was.
Wat hem ook tegenhield waren de woorden die hij in zijn boosheid gesproken zou hebben. Als we boos zijn komt een boodschap er met emotionele kracht uit en bovendien spreken we dan vaak in verwijten en met oordelen over de situatie en de ander. Een ieder die dit in zijn leven heeft meegemaakt weet dat het er dan meestal niet beter van wordt. Je hebt weliswaar je hart gelucht maar de relatie is daarna wel voor langere tijd verstoort. Als je met elkaar samenwerkt en elkaar iedere dag weer ziet is dat een hele belasting. Uiteindelijk ga je dan niet meer met plezier naar je werk. Erger wordt het natuurlijk nog als die persoon je baas is. Wie weet wat dan de consequenties zijn?
Hoe geef je daar nu een positieve draai aan?
Kijk, dat is nu het mooie als je in behoeften leert denken. Behoeften zijn altijd voor iedereen herkenbaar, positief en dragen bij aan wat je samen wilt bereiken. Hierboven zagen we al dat hij behoefte had aan gehoord worden, inspraak, meedenken en samenwerking. Dat wijst er eigenlijk op dat je juist bij je werk betrokken bent en ook een bijdrage wilt leveren. Dat is nu precies waar zijn leidinggevende en directeur – met andere woorden – om vragen. Het gaat eigenlijk allemaal een beetje onhandig. In principe zijn ze het eens maar vergissen zich in hoe het gezamenlijke doel bereikt kan worden omdat daar meerdere ideeën over mogelijk zijn. Daar moet je dan samen over praten. Sjaak had iets kunnen zeggen als: ”Ik hoor dat de directeur een plan heeft bedacht om meer omzet voor de dierentuin te bereiken en ik denk dat dit aan ons bestaan, de verzorging van de dieren en het kunnen delen met bezoekers bijdraagt. Ik zou het ook fijn vinden om daar samen over te praten om met zijn allen een bijdrage daaraan te kunnen leveren. Hoe kijk jij daar tegenaan?” Zo nodig je elkaar uit om over iets na te denken en hoeft het geen weerstand op te leveren.
En de leidinggevende dan?
We hebben het nog niet over de leidinggevende gehad. Waarom kiest hij er voor zijn verhaal te beginnen met de mededeling dat het een opdracht van de directeur is en maakt hij er een monoloog van? Het zou kunnen helpen als we ons eens in zijn schoenen zouden verplaatsen. Als je beter begrijpt wat iemand beweegt kan je daar makkelijker op in spelen. Iemand die zijn verhaal begint met ‘dat het de opdracht van een ander is’, staat er naar mijn idee niet helemaal achter. Je zegt eigenlijk dat jij er ook niets aan kunt doen. Ik kan me voorstellen dat als ik zo’n verhaal moest houden ik mij enorm opgelaten zou voelen. Dat kan dan ook een beetje de verklaring voor de monoloog zijn. Als je zonder onderbreking of vragen aan de luisteraars te stellen een verhaal vertelt, dan krijgen anderen het idee dat dat ook niet de bedoeling is. Om discussie te voorkomen praat je aan een stuk door. Ik weet natuurlijk niet zeker of dit zo is, maar als ik het Sjaak vraag dan zegt hij dat zowel het eerste als het laatste wel eens zou kunnen kloppen. Kijk, zo krijgen we al een heel ander beeld van de leidinggevende. In plaats van de vermeende dictator is het mogelijk iemand die zich onzeker voelt en niet goed weet hoe de boodschap anders over kan worden gebracht. Ik zeg tegen Sjaak: “Het zou nog wel eens fijn kunnen zijn om dat gewoon bespreekbaar te maken. Dan gaat iedereen begrijpen dat ze eigenlijk hetzelfde willen en dat samen er over praten meer ruimte geeft en wellicht ook meer oplossingen biedt. Denk je niet?” “Ja, dat denk ik ook!” zegt hij.
“Dus wat ga je vanaf nu doen nu je dit alles weet”, vraag ik. “Het eerder zeggen!” zegt hij. Ja, als je eenmaal ziet hoe het werkt is de oplossing niet zo moeilijk meer.
Govert van Ginkel
Dit artikel is geschreven door Govert van Ginkel. Govert is gespecialiseerd in Verbindend Communiceren en is binnen dit vakgebied actief als trainer, spreker, coach en mediator. Meer informatie over Govert vind je hier. Het actuele trainingsaanbod is hier te vinden.
Introductie-avond Verbindend Communiceren
Ben je geïnteresseerd in Verbindend Communiceren maar weet je nog niet goed of het voor jou genoeg kan betekenen? Kom dan gerust naar de Introductieavond!
meer infoInspiratie
Schrijf je in voor de ‘Verbindend Communiceren Inspiratienieuwsbrief’