“Zelfs tot het goede geneigde mensen worden door hun eerbied voor de wet dagelijks tot werktuigen van het onrecht gemaakt.” — Henry David Thoreau
Er zijn momenten waarop het morele fundament onder onze samenleving voelbaar begint te schuiven. Niet ineens — niet door één grote gebeurtenis — maar in een gestage, afstompende beweging. Een glijbaan. Niet plots, maar sluipend verliezen we moreel houvast, tot we op een punt belanden waar we nog wel functioneren, maar niet langer verontwaardigd raken. Waarin we alles nog voelen, maar niets meer doen.
Thoreau wees ons er al op: wie zich slechts neerlegt bij de wet, bij wat gangbaar of “gereguleerd” is, wordt ongewild een werktuig van onrecht. En vandaag zien we dat mechanisme in volle werking. Onrecht wordt gelegitimeerd via regels, wetten, economische belangen en abstracte argumenten over “werkgelegenheid” of “noodzakelijke groei”. Maar steeds vaker rijst de vraag: ten koste van wat, en van wie?
De sluipmoordenaar heet gewenning
Gisteren nog kwamen er beelden uit Gaza voorbij — kinderen, puin, gebroken levens. Vandaag lees ik in de krant dat giftige staalslakken weer worden verspreid over onze bodem, om een staalbedrijf te ontzien. We weten dat PFAS zich in onze voedselketen nestelt, dat het water in Nederland bij de slechtste van Europa hoort, dat onze lucht vol troep zit. En toch gaan we verder. We knikken. We halen de schouders op. We moeten dóór.
Dat is de glijbaan. Niet omdat mensen kwaadaardig zijn, maar omdat ze moe zijn. Omdat ze geleerd hebben hun gevoel van rechtvaardigheid ondergeschikt te maken aan hun gevoel van machteloosheid. Omdat ze zich willen beschermen tegen de overdaad aan rampen en morele prikkels. Vandaag Gaza, morgen Tata, overmorgen iets anders. Elke nieuwe schending duwt de vorige uit beeld — en daarmee ook onze verontwaardiging.
We raken moreel afgestompt omdat we ons eigen morele kompas hebben opgeofferd aan ons gemak.
Wat blijft er van je over als je je morele kern verwaarloost?
Wie langdurig zwijgt bij onrecht, verandert niet alleen zijn gedrag — hij verandert van binnen. Morele erosie begint met het rationaliseren van je passiviteit: “Ik kan er toch niets aan doen.” Maar die zin is het begin van zelfverraad. Als je weet wat onrecht is, en je laat het toe, dan raakt iets in jou zelf gecorrodeerd. De wortel van je morele bestaan — dat wat je verbindt met jouw besef van goed en kwaad — begint te rotten.
En dat is niet slechts een filosofisch probleem. Het is een maatschappelijk risico. Want als te veel mensen moreel afstompen, komt er een moment waarop de samenleving als geheel niet meer wéét wat onrecht is. Dan heerst niet alleen wettelijk, maar ook moreel de wetteloosheid. Niet door chaos, maar door conformiteit.
Wat zijn banen als je geen gezondheid meer hebt?
Deze vraag is allesbehalve retorisch. Ze raakt aan de kern van ons waardenstelsel. Als werk, groei of winst worden aangevoerd als argumenten voor vervuiling, uitbuiting of vernietiging van levens, dan moeten we erkennen: we hebben een waardencrisis. En wie zich dan verschuilt achter regels, economische logica of beleidsmatige afwegingen, kiest voor behoud boven rechtvaardigheid.
We zijn verworden tot een land waar de overheid toekijkt — of actief meedoet — terwijl mensenrechten worden geschonden, terwijl ecosystemen ineenstorten, terwijl de burger gedwongen wordt mee te deinen op de golven van politieke lafheid en economische belangen.
En dan vraag je je af: Als er zo weinig mensen tot actie komen en we ademen nog, wat maakt het dan uit?
Die vraag is gevaarlijk eerlijk. Want ze is het voorportaal van cynisme. En cynisme is precies waar zij op rekenen die met invloed en belangen de koers van onze vermeende volksvertegenwoordiging bepalen.
Verzet begint met voelen
Maar dit — het onder woorden brengen van wat scheef zit — is al een vorm van verzet. Het weigeren mee te doen aan de collectieve verdoving. De glijbaan herkennen, benoemen en ertegen in gaan. Dat is de eerste stap.
Verzet begint niet met een megafoon, maar met het teruggrijpen naar je morele kern. Met het terugvinden van je innerlijke grens. Met het erkennen dat het niet normaal is dat winst boven gezondheid gaat. Dat oorlogen “complexe dossiers” worden genoemd terwijl kinderen sterven. Dat klimaatverandering wordt weggeschoven als “voor later”, terwijl de fundering onder ons leven al brokkelt.
De vraag is niet alleen wat voor wereld we achterlaten, maar ook: wat voor mens willen we zijn terwijl we erin leven?
Govert van Ginkel
Dit artikel is geschreven door Govert van Ginkel. Govert is gespecialiseerd in Verbindend Communiceren en is binnen dit vakgebied actief als trainer, spreker, coach en mediator. Meer informatie over Govert vind je hier. Het actuele trainingsaanbod is hier te vinden.
Introductie-avond Verbindend Communiceren
Ben je geïnteresseerd in Verbindend Communiceren maar weet je nog niet goed of het voor jou genoeg kan betekenen? Kom dan gerust naar de Introductieavond!
meer infoInspiratie
Schrijf je in voor de ‘Verbindend Communiceren Inspiratienieuwsbrief’